Waarom moet ons voedselsysteem veranderen?
Voedsel is een basisbehoefte en een mensenrecht dat ons in staat moet stellen om ons fysiek en psychologisch te ontwikkelen en om een gezond en waardig leven te leiden. Toch heeft lang niet iedereen toegang tot degelijk, gezond en voedzaam voedsel.
De agro-industrie domineert ons voedselsysteem en wordt gekenmerkt door monoculturen, mechanisering, gebruik van landbouwgif, concentratie en winstmaximalisatie. Dit landbouwmodel heeft een nefaste impact op boer.inn.en, onze gezondheid en de planeet. Tussen 1980 en 2018 verdween in ons land 68% van de landbouwbedrijven. Bij vele boer.inn.en staat het water aan de lippen, terwijl de agro-industrie grote winsten kan voorleggen aan haar aandeelhouders. Ploegen, massale ontbossing wereldwijd en industriële veeteelt zorgen mee voor de opwarming van de aarde en monoculturen en gebruik van landbouwgif vernielen de biodiversiteit.
De biodiversiteit staat onder druk: tussen 1990 en 2015 tuimelde de Europese akkervogelindex 32% naar beneden. Het aantal insecten in Duitse graslanden ging tussen 2008 en 2017 zelfs met 78% bergaf. De landbouw is afhankelijk van biodiversiteit, maar het agro-industriële landbouwsysteem vernietigt het. Wereldwijd zien we dat het industriële agro-voedingsmodel leidt tot een onevenwichtig dieet. Ultra-bewerkt voedsel werkt obesitas en andere ziekten in de hand.
De druk van de agro-industrie laat zich niet enkel voelen in België. In heel veel landen werden en worden lokale gemeenschappen van hun gronden verjaagd door (transnationale) ondernemingen die deze omvormen tot grootschalige plantages. Dergelijke monocultuur-plantages hebben doorgaans een desastreuze impact op de lokale voedselvoorziening en de gezondheid van het leefmilieu. De lokale bevolking moet zich behelpen met een zeer eenzijdig aanbod, terwijl de bodem uitgeput raakt en de biodiversiteit verdwijnt. Voor de productie van onze veevoeders wordt Amazonewoud gekapt en de Braziliaanse Cerrado vernietigd. Europese pensioenfondsen beleggen in illegaal bekomen gronden in Latijns-Amerika en andere continenten. Slechte arbeidsomstandigheden en mensenrechtenschendingen zijn helaas nog steeds schering en inslag.
De opbrengsten van dergelijke plantages komen als relatief goedkope voedingsproducten in onze Europese supermarkten terecht of als veevoeder in onze stallen. Uiteraard is al dat transport nefast voor ons klimaat. Er wordt ook overmatig veel landbouwgif gebruikt. Gif dat in Europa verboden is, maar wel door Europese chemiereuzen mag geproduceerd en geëxporteerd worden. Door de neerwaartse druk op de prijzen die dit mondiale economische systeem veroorzaakt, verkeren Europese boeren bovendien al decennialang in crisis en dienen we onze landbouw zwaar te subsidiëren opdat ze niet over kop zou gaan. Het zijn echter vooral de grote industriële landbouwbedrijven die deze subsidies weten binnen te rijven (omdat deze vooral gegeven worden op basis van schaalgrootte).
Honger en ondervoeding enerzijds en obesitas anderzijds. Mensenrechtenschendingen, landroof en boer.inn.en die niet meer rond kunnen komen. Een drastische daling in biodiversiteit en opwarming van de aarde. Dat moet anders!
Hoe ziet een ander voedselsysteem er dan uit?
We hanteren drie concepten, die dicht bij elkaar liggen en elkaar versterken, maar die elk andere invalshoeken hebben: boerenlandbouw, voedselsoevereiniteit en agro-ecologie. Boerenlandbouw wordt onder meer uitgedragen door Via Campesina en Boerenforum, terwijl agro-ecologie de vlag is van een wereldwijd groeiende beweging, die in Vlaanderen onder meer gesteund wordt vanuit Voedsel Anders. Het concept voedselsoevereiniteit versterkt deze ideeën en wordt eveneens wereldwijd naar voren geschoven.
Boerenlandbouw
Met boerenlandbouw (peasantries) bedoelen we landbouw die, in tegenstelling tot de agro-industrie, eerder kleinschalig en vooral duurzamer is. Vaak gaat het om familiale bedrijven of coöperatieven die voedsel kweken voor eigen gebruik en voor de lokale markt. Deze bedrijven, coöperaties en niet-commerciële verenigingen zorgen samen voor gezond, lokaal en streekeigen voedsel, dat ze beschouwen als een recht voor iedereen. De boerenlandbouw is verwant met agro-ecologie en zet de klemtoon op de toepassing van ecologische principes in de landbouw en de hele voedselketen.
Onder boerenlandbouw verstaan we verder landbouw die eerlijke verloning garandeert. De logica van een klein boerenbedrijf is gebaseerd op voeder- en energie-autonomie en op verkoop via de korte keten. Autonomie van grond, zaad, mest, technologie, infrastructuur en landbouwproducten zijn belangrijke doelstellingen.
Boerenlandbouw draagt zorg voor voor een leefbare omgeving van mens, dier, plant, boer en natuur. Koolstofopslag is, net als de aandacht om er geen te produceren, essentieel. Onder agro-ecologische praktijken van boerenbedrijven begrijpen we volgende zaken: gemengde landbouw, veeteelt, de aanwezigheid van bomen en hagen, voederautonomie, vlinderbloemigen, rotaties, het gebruik van biochar en de afwezigheid van chemische inputs (zoals pesticiden en kunstmest). Het verbeteren van de biodiversiteit, een gezonde bodem, spaarzaam omspringen met grondstoffen en het tegengaan van klimaatverandering zijn belangrijke streefdoelen. (bron en meer info: Boerenforum)
Agro-ecologie
Agro-ecologie is de vlag van een wereldwijd groeiende beweging die ervoor ijvert dat we voedsel produceren, verwerken en consumeren op een manier die écht duurzaam is. Agro-ecologische boeren werken samen met de natuur om het voedsel te produceren. Ze sluiten de kringloop zo dicht mogelijk bij het bedrijf en bieden hun producten aan op de lokale markt, waar consumenten er een eerlijke prijs voor betalen.
Agro-ecologie respecteert de rechten, de kennis en de noden van de mensen die het voedsel produceren en consumeren. Het zet de kennis van de boeren in om te komen tot een veerkrachtige landbouw die past bij de regio.
Agro-ecologie is geen set van criteria of een lastenboek zoals je dat bijvoorbeeld bij biologische landbouw hebt. Een lastenboek schept immers duidelijkheid over wie ’erbij hoort’ en wie niet. Agro-ecologie is veeleer een streefdoel en gaat uit van een reeks ecologische en sociale principes die de veerkracht en duurzaamheid van voedselsystemen verbeteren. (bron en meer info: Voedsel Anders)
Voedselsoevereiniteit
Voedselsoevereiniteit omvat het recht van volkeren om hun eigen voedsel- en landbouwsysteem te bepalen. Het plaatst de producenten, verdelers en consumenten van het voedsel in het hart van het voedselsysteem en -beleid. Voedselsoevereiniteit verdedigt de belangen van de volgende generatie. Het staat voor een strategie van verzet tegen het huidige handels- en voedselsysteem, dat gedreven wordt door de belangen van grote bedrijven en door de markt.
Voedselsoevereiniteit is gebaseerd op familiale boerenlandbouw, traditionele visvangst en veeteelt door herders. De productie, de verdeling en het verbruik van het voedsel mikken op duurzaamheid op ecologisch, sociaal en economisch vlak.
Voedselsoevereiniteit promoot een transparante handel die een correct inkomen garandeert voor iedereen. Ze verdedigt het recht van consumenten om hun voedsel te controleren. Het zorgt ervoor dat de rechten om grond, territoria, water, zaden, vee en biodiversiteit te gebruiken en te beheren, in handen zijn van zij die voedsel produceren. Het impliceert nieuwe sociale relaties zonder onderdrukking en zonder ongelijkheden.
Sociale rechtvaardigheid
Sociale rechtvaardigheid is een onderdeel van bovenstaande drie begrippen. Boer.in.nen hebben recht op een rechtvaardige vergoeding voor hun werk (investeringen en arbeid). Tegelijkertijd moet er internationaal gewerkt worden aan rechtvaardige relaties zodat boerenlandbouw, agro-ecologie en voedselsoevereiniteit mogelijk zijn en iedereen toegang heeft tot kwaliteitsvol voedsel. Ook in België zien we immers dat de toegang tot gezonde voeding niet voor iedereen gegarandeerd is.
Brigades: vanwaar die naam?
We inspireren ons op de Brigades d’actions Paysans uit Wallonië. Zij gebruiken het begrip ’Brigades’ om te verwijzen naar de Internationale Brigades die in 1936 werden opgericht om te strijden tegen het fascisme in Spanje. Deze knipoog toont aan dat de bedreiging van de boerenlandbouw geen technische, maar een politieke kwestie is. De boerenlandbouw ligt al tientallen jaren onder vuur door de overheid en de agro-industrie.
Bij gebrek aan een rechtvaardig en ambitieus landbouwbeleid en onder druk van de agro-voedingsmultinationals verdwijnen er in België elke week maar liefst 41 landbouwbedrijven. Telkens wanneer een landbouwbedrijf wordt gesloten of door een industriële onderneming wordt opgeslokt, verdwijnen niet alleen arbeidsplaatsen voor de boeren, maar wordt ook het recht op gezond voedsel en een gezond leefmilieu van de hele bevolking aangetast!
Net zoals in 1936 de burgers het nodig vonden zich te mobiliseren om de democratie in Europa te verdedigen, achten wij het nu noodzakelijk ons te mobiliseren om de boerenlandbouw te redden.